Aantal gangen 5 | aantal personen 10 | zoekterm ∅
Cantharellensoepje [1]
½ l kippenbouillon (zie verderop)
¼ l room
4 sjalotjes
75 g panceta
1 takje tijm
1 glas witte wijn
1 theelepel suiker
500 g cantharellen
2 tenen knoflook
Kippenbouillon
500 g kipkarkassen
200 g wortel (gehakt)
200 g selderij (gehakt)
2 tenen knoflook
1 tomaat (in stukken)
3 dl witte wijn
1 laurierblad
½ eetlepel peperkorrels
takjes tijm
Cantharellensoepje
Zet kopjes in de warmhoudkast!
Maak de kippenbouillon in de snelkookpan.
Snij de sjalotjes, knoflook en het spek fijn en fruit deze licht aan, zonder te verkleuren. Laat de schoongeborstelde cantharellen zachtjes meebakken. Als ze vocht loslaten een theelepel suiker toevoegen.
Neem 20 cantharellen uit de pan en bewaar deze voor de garnering.
Blus de inhoud van de pan af met de witte wijn en voeg de tijm en de kippenbouillon toe. Laat het geheel circa 10 minuten zachtjes koken.
Pureer de inhoud met de staafmixer en laat het nogmaals circa
10 minuten zachtjes koken. Passeer het soepje tweemaal door een fijne zeef en doe het hierna terug in de pan. Voeg de room toe (let op dat er geen al te groot temperatuurverschil is tussen de room en het soepje).
Kook het geheel in tot ¾ van de oorspronkelijke hoeveelheid. Breng op smaak met witte peper en zout. Klop met de Bamix en met het speciale mesje (met de bobbeltjes) het soepje schuimige alvorens het in het kopje gaat.
Garneer af met in ieder kopje twee cantharellen.
Kippenbouillon
Verhit voor de gevogeltebouillon wat olijfolie in een grote pan en laat de gewassen en grof gesneden groeten al roerende een paar minuten zweten. Doe groente plus vocht alvast in de snelkookpan. Draai het vuur iets hoger, voeg in stukken gehakte kipdelen toe en laat zachtjes meebakken tot het vlees aan alle kanten gekleurd is. Blus af met de witte wijn, schraap het aanbaksel los. Doe dit alles plus de kruiden en zout & peper in een snelkook pan en vul af met koud water. Laat 30 minuten koken. Giet de bouillon door een fijne zeef.