aantal personen 10 | zoekterm ∅
Chocoladetaartjes met gekonfijte witlof en sinaasappel [6]
Voor het deeg
300 g bloem
200 g boter (zacht)
150 g basterdsuiker
2 eieren
bonen of erwten om blind mee te bakken
Voor de vulling
2 eieren
6 eidooiers
100 g suiker
220 g Valrhona (pure chocolade)
80 g After Eight
200 g boter
5 stronkjes witlof
1 theelepel kummel
1 dl sinaasappelsap
poedersuiker
Vermeng de ingrediënten voor het deeg en laat dit minimaal een half uur rusten in de koeling.
Rol het deeg uit (gebruik bloem) en bekleed er de bodem van 10 ringen van 7 cm Ø mee. Rest van het deeg uitrollen tot dezelfde dikte als de rondjes. Even in de vriezer leggen voor de stevigheid. Ondertussen uit bakpapier rondjes knippen.
Snij uit het deeg linten van circa 2 cm hoog. Zet die in de vorm op de rondjes. Papier op het bodempje leggen en steunvruchten (bonen of knikkers) erop. Bedek de bodem met vetvrij papier en strooi er een laagje bonen of erwten op. Bak de taartjes circa 20 minuten op 180 °C. Verwijder halverwege de baktijd de bonen of erwten.
Klop voor de vulling het ei met de eidooiers en de suiker op tot een stevige massa.
Smelt de chocolade, de After Eight en de boter (au bain-marie) en spatel dit door het eimengsel. Giet de massa in de voorgebakken taartvormpjes en bak het geheel op 160 °C af in 15 à20 minuten.
Halveer de witlofstronkjes en snijd de harde kern eruit. Fruit de witlof aan in wat boter, voeg de kummel toe en vul aan met het sinaasappelsap. Stoof de witlof hierin gaar.
Leg de witlof op een plateau en bestrooi met poedersuiker. Zet onder de grill. Blijf erbij - het gaat heel snel.
Het achtergebleven vocht met wat maïzena binden en even de kook erover.
Serveer bij elk taartje een half stronkje witlof en een lepeltje saus daarover.